Een deel van het vakmanschap van de metaalbewerker ligt in het vermogen materialen snel te herkennen. Deze herkenning is van belang om de goede be-/verwerkingsmethode te kiezen. Herkenning kan plaats vinden basis van enkele eenvoudige kenmerken van het materiaal zoals:
- Kleur
- Massa
- Hardheid
- Breukvlak
- Magnetische eigenschappen
- Specifieke vonkenregen
Voor ieder kenmerk zijn eenvoudige tests beschikbaar die in een aantal gevallen voldoende uitsluitsel geven.
De kleur
Een eenvoudige scheiding kan worden gemaakt op basis van de kleur. In grote lijnen is de opdeling als volgt:
Zilverwit
Zilver, staal, Roestvast staal, Aluminium, Chroom, Zink (als glans-verzinkt “blauw”)
Zilverwit met een geelglans
Nikkel
Licht grijs
Zink, Lood, Tin, Gietijzer
(goud)-geel
Goud, Messing (Koper-Zink), Geel gepassiveerd verzinkt staal
Rood
Koper
Geel-bruin
Brons (koper-Tin)
Iedere kleur
Geanodiseerd Aluminium
Opmerking: Bovenstaande kleuren betreffen de standaard materialen. Met speciale technieken kunnen aan metalen vele kleuren worden gegeven. (zie het artikel over het kleuren van metalen)
De massa
De massa van een object verraad al gauw de soort materiaal. De massa wordt bepaald door het soortelijk gewicht. Voor enkele materialen is hieronder het soortelijk gewicht (in kg/dm3):
Aluminium | 2,7 | Messing | 8,4 – 8,7 | Lood | 11,3 | ||
Zink | 7.1 | Brons | 7,4 – 8,9 | Goud | 19,3 | ||
Magnesium | 1,7 | Koper | 8,9 | Zilver | 7,0 | ||
Staal | 7,8 | Nikkel | 8,8 | Wolfraam | 19,6 | ||
RVS | 7,4 – 8,0 | Tin | 7,3 |
De hardheid
Een definitie van Hardheid is: Een materiaal is harder dan een ander materiaal als hiermee het andere materiaal kan worden bekrast.
De hardheid is een wat moeilijker kenmerk aangezien we niet beschikken over een hardheidmeter. Een eenvoudige test hierin is de vijltest. Door met een vijl over een materiaal heen te gaan kan onderscheid worden gemaakt in gradaties hard en zacht. Vooral verschillen tussen materialen kunnen worden vastgesteld.
Deze methode vereist veel ervaring.
Het breukvlak
Beoordeling van een breukvlak kan aanvullende informatie geven over een materiaal. Aan de structuur is te herkennen of we te maken hebben met een gietproduct dan wel smeedproduct. De kleur van het breukvlak en de grofkorreligheid kan uitsluitsel geven over de aard van het materiaal. Een uitgesproken voorbeeld hierin het onderscheid tussen grijs en wit gietijzer. Het breukvlak van normale gietijzersoorten zijn grijs
Magnetische eigenschappen
Een zeer eenvoudige test is de magneettest. De metalen laten zich hierbij eenvoudig verdelen in soorten met dan wel zonder magnetische eigenschappen.
Magnetisch zijn:
Koolstof staal
Nikkel
Gietijzer
Ferritisch Roestvast staal (bv het snijgedeelte van een mes)
Snelstaal
Hardmetaal
Niet magnetisch zijn:
Aluminium
Austenitisch Roestvast Staal (bv. de aanrecht in de keuken)
Koper
Messing
Brons
Zink
Lood
Specifieke vonkenregen
Alle niet-ijzer metalen geven bij het slijpen geen vonk, met uitzondering van nikkel die zeerkleine rode vonkjes geeft. Alle staalsoorten vormen bij het slijpen karakteristieke vonkenregens op basis waarvan een uitspraak gedaan kan worden over de samenstelling (het soort staal). Enige ervaring is wel noodzakelijk.
In bijgaande foto’s is het verschik te zien tussen de vonkenregen van een C-stalen boor en een snelstalen (HSS) boor.
De vonkenregen bij een C-stalen boor: Helder lichtspoor met aan het uiteinde vaak een sterretje
De vonkenregen bij een HSS boor: oranje geleurd spoor zonder ster aan het einde.