Bij iedere oldtimer moet, als onderdeel van een grote beurt de kleppen worden gesteld. Afhankelijk ven het systeem is dit een meer of minder ingrijpend werkje. Er zijjn een groot aantal varianten en specifieke werkwijzen.
Oldtimers met een bovenliggende nokkenas regelen de klepspeling via onderlegplaatjes (tappets) onder de klepstoters. De dikte van dit onderlegplaatje bepaalt dan de klepspeling.
Bij de conventionele motoren is meestal een tuimelaar aanwezig waarop een stelboutje zit waarmee de klepspeling gesteld kan worden. Dit is dan relatief eenvoudig. Belangrijk bij het stellen van de kleppen is of dit in koude dan wel warme toestand moet gebeuren. Dit verschilt per type motor. Raadpleeg hiervoor de documentatie. Een tweede punt is de vereiste klepspeling zelf. Als de klep te strak (geen speling) staat gaat deze niet goed dicht, verlies je compressie en kan de uitlaatklep verbranden. Als de kleppen te los staan komt de tuimelaar steeds met een klap op de klep. Dit leidt tot het "tikken" van de motor.
Een goede klepspeling is dus van belang. Om een klep te kunnen stellen moet je zeker weten dat de tuimelaaar in de hoogste stand staat en op het moment van ontsteking is. Je kunt natuurlijk gaan gokken, maar dat lijkt mij niet zo goed. Er is in iedere motor een systeem aanwezig maarmee het mogelijk wordt zeker te zijn van de klep/tuimelaarstand. Dit systeem is afhankelijk van het aantal cilinders en de ontstekingsvolgorde. Let daarbij wel op wat de eerste cilinder is. Meestal zit de eerste cilinder aan de tegenoverliggende kant van het vliegwiel. De kern van het verhaal is steeds dat als bij een bepaalde cilinder een klep (inlaat of uitlaat) volledig open staat dan wel dat bij een cilinder de inlaat/uitlaatklep tuimelen (één open/ander dicht) een andere klep volledig gesloten is en gesteld kan worden. Je moet dus eerst uitvinden wat het systeem is en dan kun je gaan stellen.
Voor het stellen van een viercilinder motor met een ontstekingsvolgorde 1-3-4-2 is onderstaande tabel van toepassing.
Stel klep nr...... |
Als klep nr. ... volledig open is |
1 |
8 |
3 |
6 |
5 |
4 |
2 |
7 |
8 |
1 |
6 |
3 |
4 |
5 |
7 |
2 |
Let goed op bij het stellen als er verschil is in de klepspeling tussen inlaat en uitlaat.
Gebruik de juiste voelermaat!